Opbouwen van werkzaamheden
Er zijn grofweg 2 manieren om uw werk weer op te bouwen als u een tijdje uit de roulatie bent geweest. De ene manier is opbouwen in aantal uren, telkens een paar uur meer werken tot u uiteindelijk weer op uw voltallige contracturen zit.
De andere manier is het opbouwen in taken tot u weer op uw volledige takenpakket zit. Beide manieren hebben hun voor- en nadelen en is mede afhankelijk van de functie die u uitoefent. Een kantoorfunctie is anders dan een functie als verpleegkundige.
De meest gebruikte manier is het opbouwen in uren. Stel u hebt een contract voor 24 uur per week verdeeld over 3 dagen. Dan begint u bijvoorbeeld met 2 uur per dag. Na 2 uur werken gaat u naar huis. Meestal komt na een week of 2 er weer 1 ur bij. Zo bouwt u geleidelijk op naar uw volledige 24 uur.
Het voordeel hiervan is dat het duidelijk is hoe veel uur u per week aanwezig bent. Het nadeel is dat u of te weinig doet in de paar uur dat u er bent waardoor u zich verveelt of veel te veel doet en dat geeft extra druk. Bij het opbouwen in uren is het lastiger bijsturen wanneer u een terugslag krijgt.
De andere manier is het opbouwen in taken. U spreekt met uw leidinggevende en collega’s een aantal taken die bij uw functie horen af die u weer gaat oppakken. Als u daar normaal een week over doet, leg dan de lat in eerste instantie lager en trek er bijvoorbeeld 2 weken voor uit. Hoe u de taken dan verder uitvoert is aan u. Bijvoorbeeld een deel thuis en een deel op je werk.
Het voordeel hiervan is dat u echt iets oplevert. Dat u kunt laten zien “dit heb ik gedaan”. Dat geeft een hoop zelfvertrouwen. Het is ook makkelijker bijsturen als u een terugslag krijgt. Daarnaast is het ook eenvoudiger experimenteren met wat u nu wel of niet aankunt en het is makkelijker communiceren naar uw collega’s waar u mee bezig bent.
Het nadeel kan zijn dat dit veel van u vraagt in de zin van zelf uw werk plannen en het verdelen van de werkbelasting.
Welke opbouw u ook kiest, houd de volgende 5 zaken in de gaten:
- leg de lat in eerste instantie lager dan u gewend bent;
- begin zo snel mogelijk aan taken die bij uw functie horen. Als u iets anders moet doen wat niet bij uw functie hoort, kost dat extra energie omdat u weer nieuwe zaken moet leren die u straks weer laat vallen;
- leer goed te luisteren naar de signalen van uw lichaam;
- zoek een maatje waar u mee kunt sparren over uw opbouw en uw twijfels kunt bespreken;
- vertel uw collega’s waar u mee bezig bent.
Welke afspraken maken uw leidinggevende en u hierover?