Uit de praktijk
Bea* belt op en geeft aan dat ze vastloopt op haar werk. Ze vertelt dat haar baas een deskundigenoordeel bij het UWV aan wil vragen en zij overweegt om haar baan op te zeggen en als ondernemer aan de gang te gaan. Daar wil ze graag ondersteuning bij.
We brengen samen eerst de situatie in kaart. Bea heeft sinds 4 maanden de diagnose Reumatoïde Artritis (een vorm van ontstekingsreuma). De medicatie slaat nog niet goed aan en samen met haar reumatoloog is ze op zoek naar de goede combinatie en dosering.
Ze werkt 32 uur per week als secretaresse bij een klein makelaarskantoor. Haar werk bestaat voornamelijk uit het beantwoorden van telefoontjes en het ontvangen van klanten. Brieven en mails schrijven, doet haar collega. Ze vindt het werk erg leuk en wil eigenlijk helemaal niet weg. Momenteel is ze gedeeltelijk ziek thuis. Omdat de medicatie nog niet is aangeslagen en Bea veel klachten heeft, is haar baas ongerust geworden. Zijn beeld is dat het niet meer goed komt en daardoor een deskundigenoordeel bij het UWV aan wil vragen om eerder af te keuren.
We raden haar af om ontslag te nemen. Aangezien de medicatie nog niet goed is ingesteld, is er nog geen stabiele situatie. Daarbij vindt ze haar werk veel te leuk en is ze sinds 2 maanden gedeeltelijk ziek thuis zonder dat er goed gekeken is hoe ze haar werk dan wel zou kunnen doen. Voor een deskundigenoordeel is het dan ook te vroeg. We brengen samen haar huidige belastbaarheidsniveau in beeld. Hoe zij herstelt en wat ze op dit moment wel en niet aankan. Daarnaast geven we voorlichting over de rechten – en plichten van zowel Bea als haar baas in het kader van de Wet Verbetering Poortwachter.
We komen gezamenlijk tot de conclusie dat ze momenteel 12 uur per week kan werken op kantoor, ook als het slecht gaat. Ze wil weer terug naar de 32 uur maar dat is op dit moment te veel. Met deze informatie gaan we in gesprek met haar werkgever. We informeren hem wat de aandoening inhoudt, wat het betekent voor Bea, waarom het voor een deskundigenoordeel te vroeg is en hoe graag ze bij dit kantoor wil blijven werken.
We maken afspraken over de taken en werkzaamheden van de 12 uur en over de opbouw naar de volledige 32 uur. Voorlopig een gedeelte thuiswerken maakt daar onderdeel vanuit. We wisselen van gedachten hoe de werkzaamheden ingevuld kunnen worden.
Haar werkgever geeft aan zich zorgen te maken over de continuïteit van werkzaamheden als Bea niet op kantoor is. Bea’s collega hoort van de situatie en geeft spontaan aan: “Als jij voor mij brieven maakt thuis dan vang ik de klanten wel op. Dat vind ik ook leuk om te doen.”
Beiden collega’s raken enthousiast. We attenderen hen erop dat dit een goede afstemming van de werkzaamheden van hen vraagt, waar ze geen van beiden moeite mee hebben. Het brengt een stuk flexibiliteit en afwisseling in taken met zich mee waar zij zich op verheugen. Voor Bea is het een uitkomst zodat ze rustig kan experimenteren hoe ze haar werkzaamheden en volledige contracturen weer op kan bouwen en in kan vullen. Wij ondersteunen in dit proces.
Voor de werkgever betekent dit vooral leren loslaten en zijn medewerkers het vertrouwen schenken dat het op deze manier ook kan. De werkgever gaf aan dit spannend te vinden omdat het zo anders is dan hij gewend is. Ook de werkgever krijgt hiervoor ondersteuning van ons.
Na 2 maanden blijkt het prima te werken. Bijkomende voordeel: meer werkvreugde door afwisseling in taken van de secretaresses en een grotere verantwoordelijkheid en betrokkenheid in het uitvoeren van de werkzaamheden. Daarnaast komen alternatieven sneller ter sprake als iets niet lukt. Bea is al terug op 28 uur en de afwisseling van taken blijft bestaan ook als Bea weer volledig aan het werk is.
* Deze naam is gefingeerd